Om onder alle rijomstandigheden een optimale rijervaring te bieden, innoveren fabrikanten constant de wielophanging: van conventionele blad- en spiraalveersystemen naar innovatieve luchtveringssystemen en van reguliere hydraulische schokdempers naar zeer geavanceerde, adaptieve dempingssystemen. Waar bestaan deze ‘adaptieve Ride Control systemen’ uit en hoe werken ze?
Uit welke componenten bestaat het systeem?
De huidige adaptieve Ride Control systemen bestaan uit de volgende componenten:
- Adaptieve schokdempers
- Elektronische regeleenheid (ECU)
Dit is het brein van een adaptief dempingssysteem en staat in verbinding met sensoren op de carrosserie en op alle vier de hoeken van de wielophanging van het voertuig. De ECU is ook aangesloten op de centrale databus van het voertuig en krijgt zo input over voertuigsnelheid, gasklepstand, stuurhoek, transmissie en remtoepassingen. - Set sensoren
Bestaat meestal uit een combinatie van versnellingsmeters die zich bevinden op de carrosserie en bewegingssensoren bij de ophanging op alle vier de hoeken van het voertuig. - Rijprogramma schakelaar
Deze schakelaar voor de selectie van diverse voorkeur rijprogramma’s bevindt zich meestal op het bedieningspaneel. Hiermee selecteert de bestuurder gemakkelijk de gewenste voorkeur rijmodus zoals Comfort of Sport.
Hoe werkt het systeem?
Het verschil tussen oude en nieuwe geavanceerde adaptieve dempingssystemen is dat bij een oude schokdemper de regelklep helemaal open of helemaal dicht staat. Een geavanceerd adaptief dempingssysteem past de dempingskracht aan naar elke waarde tussen de vooraf vastgestelde hardste en zachtste instelling. Dit werkt als volgt:
- Nadat de ECU de data heeft ontvangen over voertuigsnelheid, gasklepstand, stuurhoek, transmissie en remtoepassingen bepaalt deze de ideale dempingskracht.
- De ECU stuurt vervolgens de benodigde elektrische stroom naar elke demper om de gewenste dempingskarakteristiek te verkrijgen. Dit hele proces duurt slechts enkele milliseconden!
- De zuiger en de kleppenpakketten waar de oliestroom door wordt geleid, regelen de harde en zachte uiterste waardes van de dempingskracht door het in mindere of meerdere mate openen of sluiten van een oliestroom regelklep. Deze reguleert op zijn beurt de hoeveelheid olie die door elke passage stroomt.
Bijvoorbeeld: is een zachtere dempingskracht gewenst in een continu variabele adaptieve demper? Dan past de oliestroom regelklep dit zo aan dat er meer olie door het kleppenpakket stroomt. Dit bepaalt de zachte instelling. Tegelijkertijd stroomt er minder olie door de doorgang van het hardere kleppenpakket.
De ontwikkeling van Arnott’s eRide Technologie
Arnott focust zich momenteel op een perfecte match tussen de eRide valve en deze continu variabele Ride Control systemen. Een verfijnd proces waarbij veel technische kennis nodig is. Elk ECU-ontwerp functioneert namelijk net iets anders en de algoritmen verschillen soms aanzienlijk, zelfs als men hetzelfde schokdemperontwerp toepast.
Cruciaal voor een multifunctioneel toepasbaar eRide-kleppenontwerp is dat dit goed samenwerkt met de verschillende ECU-opstellingen en adaptieve klepontwerpen. De schakelsnelheid (reactietijd om tussen demperstanden te wisselen) varieert sterk. Een wijziging hierin kan een verbetering zijn voor dat specifieke model, maar bij andere modellen tot prestatieproblemen leiden. De Arnott eRide-technologie is momenteel geschikt voor het vervangen van elke continu variabele schokdemper met een interne adaptieve klep. Voor andere kleppen ontwikkelt Arnott andere eRide-oplossingen. Hierover hopelijk snel meer!