Wieluitlijning betekent feitelijk: de afstelling van de wielophanging van een voertuig. Luchtvering is ook onderdeel van het onderstel en kan invloed hebben op de wieluitlijningsprocedure na een vervanging of reparatie.
Oorzaken verkeerde wieluitlijning
Te hard een stoeprand te raken, op hoge snelheid door een diepe kuil rijden, een aanrijding en het vervangen of repareren van componenten van de stuurinrichting en wielophanging kunnen een verkeerde uitlijning veroorzaken.
Luchtvering is ook onderdeel van het onderstel en kan dus invloed hebben op de procedure van wieluitlijning na een vervanging of reparatie. Vooral de luchtveerpoten spelen een belangrijke rol bij de uitlijning omdat die onderdeel zijn van de ophanging die de wielen met het chassis verbindt. Onderdelen die de distributie van lucht verzorgen zoals de compressor, het kleppenblok, het druk reservoir en de luchtleidingen hebben geen effect op de sporing, wielvlucht en askanteling van het voertuig.
Controleer na vervanging luchtveerpoot!
Arnott adviseert om na vervanging van een luchtveerpoot altijd de wieluitlijning te controleren. Met name bij de voorwielophanging. Na het vervangen van luchtveerpoten, schokdempers en/of luchtbalgen aan de achterwielophanging is uitlijnen meestal niet noodzakelijk omdat deze vaak niet verstelbare vaste bevestigingspunten heeft. Is een luchtveerpoot aan de voorzijde vervangen en hierbij de poot uit de vork of het fuseestuk verwijderd? Dan is de uitlijning duidelijk beïnvloedt. Zeker als er tijdens de werkzaamheden ook een draagarm is losgemaakt.
Eerst rijhoogte kalibreren is essentieel!
Een belangrijk verschil tussen de wieluitlijning van spiraalveersystemen en luchtveringsystemen is dat de monteur voordat hij start met de wieluitlijningsprocedure eerst de rijhoogte moet kalibreren op de vooraf bepaalde rijhoogtes. Zo zorgt hij ervoor dat het voertuig 100 procent op de juiste hoogte staat en voldoet aan de specificaties van de fabrikant.
Hoogtekalibratie is specifiek voor ieder voertuig. De waarden verschillen dus per model en binnen hetzelfde model kan ook nog variatie zijn. Een monteur moet daarom altijd de instructies van de fabrikant opvolgen als het gaat om rijhoogtekalibratie en vooraf verifiëren wat de opgegeven hoogtes en waarden moeten zijn. Voldoet het voertuig hier niet volledig aan, dan is een perfecte wieluitlijning bijna onmogelijk. Wijkt deze af, dan staan de draagarmen van de ophanging niet in de juiste positie. Luchtvering kan de rijhoogte van het voertuig aanpassen en incorrecte wieluitlijning zorgt bij het veranderen van de rijhoogte voor vervelende gevolgen!
Apparatuur helpt herinneren
Bij de meeste uitlijnapparatuur is de hoogtekalibratie voor luchtvering gelukkig in de procedure opgenomen. Selecteert een monteur de wieluitlijning, dan vragen de meeste apparaten of de voertuig rijhoogte is gekalibreerd. De criteria/waarden voor uitlijning voor een voertuig met luchtvering zijn anders dan bij hetzelfde model zonder luchtvering. Daarom moet een monteur altijd de juiste criteria voor dat specifieke voertuig selecteren via het waardespectrum dat de uitlijnapparatuur aangeeft en overeenkomt met het luchtgeveerde voertuig. Dit maakt rijhoogte kalibratie cruciaal bij voertuigen met luchtvering voordat de monteur begint aan de wieluitlijningsprocedure!