Vanaf 1 januari 2023 moeten de uitlaatgassen van dieselvoertuigen met een (verplichte) roetfilter tijdens de APK getest worden met een deeltjesteller. Waarom is dit nodig en hoe verloopt deze meting?
Waarom is deze deeltjestest nodig?
Goed werkende roetfilters verminderen de fijnstofuitstoot bij dieselvoertuigen enorm. Onderzoek toont aan dat niet alle verplichte roetfilters goed werken of aanwezig zijn. Dit kwam tot nu toe bij de APK niet naar voren. De roetmeter is daarvoor te onnauwkeurig en de EOBD-tester geeft dit niet goed weer. De deeltjesteller test de werking van een roetfilter eenvoudig, snel en nauwkeurig.
Hoe verloopt de meting?
- Laat de motor stationair draaien. Hierbij is het toerental en de motortemperatuur volgens de APK-regelgeving niet relevant.
- Steek de meetsonde van de deeltjesteller ten minste 30 centimeter in de uitlaat.
Heeft een voertuig geen rechte uitlaatpijp, dan houdt u de meetsonde zo dicht mogelijk bij het einde van de uitlaat.
Heeft een voertuig meerdere roetfilters met ieder een eigen uitlaatpijp, dan meet u bij iedere uitmonding.
Heeft een voertuig één roetfilter en is de uitlaat gesplitst in meerdere uitmondingen, dan meet u in één uitmonding van de uitlaat.
Welk meetresultaat is wenselijk?
De voorgeschreven APK-meting duurt ongeveer 30 seconden en toont daarna het meetresultaat. Deze moet onder de 1.000.000 deeltjes per kubieke centimeter liggen. Is de meetwaarde meer dan het dubbele van de toegestane waarde, dan kan de test worden afgebroken. De deeltjesteller geeft dan aan dat de test niet is gehaald: het voertuig voldoet niet aan de keuringseis.
Laat afzuiging meting niet beïnvloeden!
Omdat de meting alleen met een stationair draaiende motor plaatsvindt, zijn de eisen per 1 januari 2023 hetzelfde als bij de uitlaatgasmeting van benzinevoertuigen. Hierbij moeten uiteraard alle uitlaatgassen naar buiten afgevoerd worden. Dit kan eenvoudig met een voorziening waarmee u uitlaatgassen direct door een daarvoor bestemde opening naar buiten voert. Ook een slanghaspel, nulemissiekast of afvoerrailsysteem zijn hierbij toegestaan onder één voorwaarde: de afvoer mag de meting niet beïnvloeden. Voor erkenninghouders die ervoor kiezen om alleen een deeltjesteller te gebruiken, is de nulemissiekast dan ook niet verplicht. De nulemissiekast blijft wel verplicht in combinatie met de roetmeter.
Wat zijn de gevolgen voor de APK-erkenning?
Omdat het keuringsaanbod en het aantal keuringen per garage erg verschilt, is de aanschaf van een deeltjesteller niet voor iedere erkenninghouder rendabel. Branchepartijen kaartten dit probleem aan en dachten mee in oplossingen. Hierdoor is er nu maatwerk voor erkenninghouders die voertuigen mogen keuren met een compressieontsteking (diesel) en heeft de erkenninghouder meer keuzemogelijkheden afgestemd op het keuringsaanbod. Mag een erkenninghouder volgens het afgegeven erkenningsbesluit diesels keuren, dan kan deze zelf de keuze maken tussen deeltjesteller, roetmeter/EOBD-tester of beide. Deze keuze is bepalend voor de te mogen keuren dieselvoertuigen. Dit zijn de mogelijkheden:
Behalve de EOBD-tester moet de gebruikte apparatuur in het register meetmiddelen (RME) staan. De goedkeuringsdatum mag daarbij niet zijn verlopen. Bij het afmelden van een voertuig met een verplicht roetfilter controleert het systeem vooraf in RME of er een goedgekeurde deeltjesteller in staat. Is dit niet het geval, dan is dit geblokkeerd en kunt u het voertuig niet afmelden. Laat de deeltjesteller daarom op tijd goedkeuren en zorg ervoor dat deze in RME staat.