Arnott en Anschler dragen graag bij aan het voorkomen van problemen bij of na installatie of reparatie van luchtvering. Hieronder vindt u daarom waardevolle tips voor een juiste installatie zodat u schade en discussie rondom de garantie van de onderdelen voorkomt.
Tips installatie luchtveren
1. Check na installatie van een luchtbalg altijd nogmaals of u de onderste bevestiging correct heeft gemonteerd en deze in de montagepinnen/vergrendelingen heeft bevestigd.
Is de onderste kop niet goed gepositioneerd, dan kan deze breken of kan de luchtveer losraken.
2. Zorg ervoor dat de luchtleiding op de juiste plaats zit en voorkom zo dat deze klem komt te zitten tussen de luchtbalg en chassiscomponenten (bijvoorbeeld de binnenste wielkast). Door een beklemming is het aflaten van de luchtdruk namelijk praktisch onmogelijk.
3. Breng de luchtveer alleen op druk als het voertuig op rijhoogte niveau is ondersteund. Gebeurt dat niet, dan wordt het voertuiggewicht ongelijk verdeeld waardoor de luchtbalg verkeerd uitvouwt (knikt) tijdens het oppompen. Dit creëert zoveel spanning dat de rubber balg uit de krimpring kan worden gedrukt.
4. Controleer bij het vervangen van een luchtveer ook altijd de schokdemper. De schokdemper is verantwoordelijk voor de demping, niet de luchtbalg. Wanneer de dempingskracht van de schokdemper te veel is afgenomen, moet de luchtveer meer opvangen. Hier is een luchtbalg niet voor gemaakt en dit kan leiden tot een barst of breuk in de onderste bevestiging.
Tips bij installatie luchtveerpoten
1. Bij het installeren van de luchtleiding op een Arnott of Anschler onderdeel is het bijna nooit nodig om de aansluiting te verwijderen of vast te draaien. Is de aansluiting losgedraaid, draai dan de Voss-aansluiting aan met maximaal 2 Nm. Bij meer kracht raakt de schroefdraad beschadigd en kan dit leiden tot lekkage.
2. Controleer na installatie of de bedrading/connectoren goed zijn geplaatst om foutcode te voorkomen.
3. Draai de bovenste bouten/moeren altijd vast volgens de specificatie van de fabrikant. Zowel Arnott als Anschler raden het gebruik van pneumatisch gereedschap hiervoor af om zo beschadiging of breuken te voorkomen.
4. Zowel Arnott als Anschler leveren de luchtveerpoten met de juiste montagebouten en -moeren. Gebruik deze voor een vlotte en gemakkelijke installatie.
Tips bij installatie compressoren
1. Controleer het luchtveringsysteem goed op lekkages en voorkom zo doorbranden of overbelasting van compressoren. Is een compressor hierdoor kapot gegaan, dan herkent u dit bijvoorbeeld aan een verbrande geur, geel geworden stickers van de compressor en gesmolten leidingen/connectoren. Is dit het geval, zoek dan eerst naar de oorzaak voordat u een nieuwe compressor installeert. Zo voorkomt u dat de nieuwe compressor ook binnen afzienbare tijd kapotgaat.
2. Vervangt u een compressor, plaats dan ook altijd een nieuw relais en controleer of vervang het luchtfilter. Een relais wordt aangestuurd door de Electronic Control Unit (ECU) en schakelt de compressor in en uit. Deze kan plakkerig worden waardoor de compressor continu lucht pompt. Dit leidt uiteindelijk tot een doorgebrande compressor.
3. Is de oude compressor kapot gegaan door water en/of vuil in de behuizing, dan is het luchtfilter waarschijnlijk ook vervuild. Vervang in dit geval dus óók het luchtfilter.
4. Controleer na het vervangen van de compressor altijd de staat van de inlaat- en aanzuigslangen. Deze kunnen uitdrogen en poreus worden waardoor lekkages ontstaan en/of afbreken waardoor water en vuil in de nieuwe compressor komt en deze onherstelbaar beschadigd raakt.
5. Controleer de kabelboom van de compressor op beschadigingen en draadbreuk. Wanneer een compressor draait, kan de trilling slijtage in de bedrading veroorzaken.